Ons verhaal

De Beverboom: graag naar school

Jezelf zijn, initiatief durven nemen en je goed voelen. Dat geeft je als kind een warme en sterke basis van waaruit je kan groeien. De Beverboom laat elk kind daartoe voldoende ruimte. En dat in een knusse omgeving. Net daarom komen onze kleuters en leerlingen graag naar school.

Samen school maken

School maken we samen. Jij, je mama, je papa en wij: samen vormen we een hechte gemeenschap. Elk lid van De Beverboomgemeenschap krijgt inspraak. Dat vinden we enorm belangrijk. Of je nu (piep)jong bent of al wat ouder. We voorzien daartoe trouwens heel wat initiatieven: van een school- en ouderraad over werkgroepen tot regelmatige oudercafés. Ook tijdens de lesuren maak je deel uit van een groep leeftijdsgenootjes, oudere én jongere vriendjes. Zo leer je samenwerken iedereen.

Interesse door beleving

Wij geloven in actief school maken. Geen saaie uren op de schoolbanken slijten, wel je interesse prikkelen door ervaringen op te doen. In het klaslokaal, maar ook op stap in de buurt en in het groen. Dat stimuleert je betrokkenheid en creativiteit. Wij staan telkens klaar om je tijdens die ontdekkingstocht te begeleiden. 

Sterk in de samenleving en de buurt

De Beverboom is meer dan louter een school. We vervullen een belangrijke maatschappelijke rol. Omdat we niet louter je kennis, maar ook je emotionele en sociale vaardigheden versterken, sta je later zelfbewust in de samenleving. En durf je de wereld in vraag te stellen. Zo krijg je de bagage mee om ook later je eigen weg te zoeken en vooral jezelf te zijn.

Kleine groepen zijn noodzakelijk om de kinderen zo optimaal mogelijk een aantal basisvaardigheden (zoals rekenen, lezen, schrijven, …) te leren maar ook nog dat ze hun verantwoordelijkheden kunnen opnemen, zelfstandig kunnen werken en hun ervaringen met anderen kunnen delen.

 

De ‘institutionele’ pedagogiek creëert via de klasraad en de schoolraad voortdurend ‘instituties’ die zorgen voor voldoende organisatie, afspraken en grenzen die niet mogen overschreden worden.

Deze pedagogiek geeft de kinderen veel inspraak en verantwoordelijkheid. Dit is een noodzakelijke voorwaarde om voldoende vertrouwen te verwerven. Zo ontstaat een school waar kinderen en volwassenen samenleven en samenwerken.

Ons verhaal

1. De freinetonderwijs

Hierbij gaat het erom ervoor te zorgen dat de kinderen heel wat produceren. Het kind wordt niet beschouwd als ontvanger van leerstof maar als iemand die op actieve wijze zijn wereld verovert.

2. De groepsdynamica en de observatie
Hierbij gaat het om het kind in de klasgroep. De relaties betreffen de voortdurende wisselwerking tussen de kinderen onderling en tussen de kinderen en de volwassenen, de manier waarop zij samen school maken.

3. De psychoanalyse
Het onbewuste staat voor de ervaringen van de kinderen, hun herinneringen en verlangens, hun dromen en creaties.

Door deze drie pijlers samen te laten functioneren kom je bij de IP.

Om met deze IP te kunnen werken zijn er binnen de klaswerking een aantal instituties ingebouwd. De noodzaak voor deze instituties blijkt uit het feit dat er in de klas (en de school) grenzen moeten zijn die niet overschreden mogen worden. Met behulp van instituties creëren we een soort bemiddelaar.
Als het kind de klas ervaart als een veilige plaats waar men kan leven en waar vragen besproken worden, zal het zijn schoolleven steeds meer zelf in handen nemen. Het zal zin krijgen om te leren, om op school te zijn. Op die manier geven we de kinderen aanleiding tot engagement, initiatief en verantwoordelijkheid.
Enkele instituties zijn:
de praatronde
de afsluitronde
de tekstenronde (tekstenkeuze)
de coöperatieve klasraad ( en Beverraad) : de enige instituties die beslissingen nemen. Het geeft medezeggenschap waardoor de « macht » gedeeld wordt door de kinderen en de leerkracht.
de klastaken – schooltaken

Door een globale aanpak die gericht is op een democratische vorming, een sociale opvoeding en een gezonde persoonlijke ontwikkeling. Deze vallen samen – zijn niet van elkaar te scheiden in de praktijk.

Enkele essentiële aspecten zijn:

DEMOCRATISCHE VORMING

Bewustzijn van veranderbaarheid, begrenzing van mijn invloed, verantwoordelijkheid, eigenwaarde en gelijkwaardigheid.

PERSOONLIJKE ONTWIKKELING

Goed gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen, in goed contact zijn met je ervaringsstroom, voelen en weten wat er in je omgaat, dit kunnen aanvaarden en er kunnen mee omgaan.

SOCIALE VORMING

Leren communiceren, expressie, luisteren, inleven in een ander, afstand nemen en terugblikken, opkomen voor jezelf, opkomen voor een ander, overleggen en samenwerken.

Op niveau van de kinderen

  • Samen leren is ook samen leven
  • Zelf zoeken, “tastend zoeken”
  • Gelijkwaardige relatie leerkracht – kind
  • Op zoek naar de “leer-kracht” in het kind; het leren zélf, het proces in
  • Het kind is belangrijk ; laten zijn, ontwikkelen, wekken, uitlokken, stimuleren…
  • Leren is samenwerken: werkstukjes, project, vrije tekst, expressie,
  • Praatronde, klasraad, schoolraad, forum, …

Zoals Freinet verwoordde:

“Niet in de kersenboom kruipen en de rijpe kersen naar beneden gooien – maar de takken naar beneden trekken, zodat het kind zelf de vruchten kan plukken”

Op niveau van het pedagogisch team

Eigen leiderschap
Bewust keuzes maken door een individu, op basis van een goed begrijpen van de situatie waarin die keuze gemaakt wordt.

Waarneming naar binnen: proberen gewaar te worden wat er in onszelf omgaat.

Waarneming naar buiten: proberen zo goed mogelijk bewust te worden van de omgevingsfactoren, mogelijkheden, beperkingen… We zijn niet almachtig maar zeker ook niet onmachtig: We stoten op grenzen en beperkingen, we kunnen niet alles en zijn dus zeker niet “almachtig”. Maar elke situatie biedt ook mogelijkheden om wel iets te ondernemen.

Gedeeld leiderschap
binnen de coöperatieve traditie van het freinetonderwijs verdelen we de leiderschapstaken binnen het team.

Op niveau van de ouders

Een coöperatieve organisatie : klasoverleggen, schooloverleggen,
Algemene Vergadering, bgl. bij projecten, zwemmen, werkdagen,
werkgroepen,
Een coöperatieve cultuur: een proces dat nooit af is, blijven zoeken om ouders te informeren, met ouders te dialogeren, samen school maken!

Organisatie:

Milieuverrijking

Bij het ervaringsgericht werken gaan we ervan uit dat kinderen kunnen kiezen voor de activiteit die het meest aansluit bij zijn/haar behoeften.

De titularis zorgt voor een goeie indeling van de ruimte, voor aangepast materiaal in de verschillende hoeken en observeert voldoende om te zien of een nieuw soort materiaal kan aangeboden worden om het milieu verder te verrijken. Denk maar aan het ontstaan van onderzoeken/projecten. Er wordt materiaal de klas binnengebracht dat door de kinderen kan gemanipuleerd worden. Telkens vormen kan aannemen
Soms kan het wegnemen van materiaal ook een verrijking inhouden.

De kinderen zijn vrij bezig in de klas. Hoeken worden enkel gesloten omdat het storend kan zijn voor een bepaalde activiteit die bezig is, omdat afspraken in die hoek niet nageleefd worden…
Doorgaans zijn alle hoeken echter open. De titularis zorgt voor een expliciet of impliciet aanbod.

Dagelijks zijn er ook verplichte activiteiten, hoewel ook hier een verschil merkbaar is naargelang de leeftijd van de kleuters( classe unique vraagt hier nog wat aandacht naar wie wat wanneer wel of niet).
Deze groepsactiviteiten zijn: onthaal/ronde, koek -en fruittijd, verhalentijd, liedjes en versjes, bewegingsactiviteiten, afsluitronde…

Vrij kleuterinitatief

De ruimte is zo ingericht dat ze kinderen uitnodigt tot en stimuleert tot activiteit, waarbij ze zoveel mogelijk zelfstandig aan de slag kunnen.

De hoeken zijn duidelijk afgebakend, het materiaal is voorhanden op een hoogte die aan de kleuter aangepast is, open rekken, wat er is mag aangeraakt worden…
Bij het ervaringsgericht werken kiezen de kleuters de hele dag door. Dit kiezen kan voor bepaalde kinderen moeilijk zijn en dan is het de taak van de begeleidster om in te grijpen, om voor het kind een uitdaging te zoeken. Dit kan via observatie … waar is het kind mee bezig ? Wat kan hem/haar stimuleren om iets verder te gaan in zijn/haar spelkeuze ? Hoe kan ik voor dit kind hulp bieden bij het kiezen (vb. planningsbord opstellen)?

Kinderen die bewust kiezen voor een activiteit tonen een grote betrokkenheid (één van de voorwaarden om tot leren te komen). Indien dit niet zo is zoekt de leerkracht opnieuw uit wat er dan wel misloopt. Waarom is dit kind niet betrokken bezig?

§ 1 Kosteloos

Lijst met materialen Voorbeelden
Bewegingsmateriaal Ballen, touwen, (klim)toestellen, driewielers, …
Constructiemateriaal Karton, hout, hechtingen, gereedschap, katrol-len, tandwielen, bouwdozen, …
Handboeken, schriften, werkboeken en -blaadjes, fotokopieën, software
ICT-materiaal Computers inclusief internet, tv, radio, tele-foon,…
Informatiebronnen (Verklarend) woordenboek, (kinder)krant, jeugdencyclopedie, documentatiecentrum, cd-rom, dvd, klank- en beeldmateriaal, …
Kinderliteratuur Prentenboeken, (voor)leesboeken, kinderro-mans, poëzie, strips, …
Knutselmateriaal Lijm, schaar, grondstoffen, textiel, …
Leer- en ontwikkelingsmateriaal Spelmateriaal, lees- en rekenmateriaal, denk-spellen, materiaal voor socio-emotionele ont-wikkeling, …
Meetmateriaal Lat, graadboog, geodriehoek, tekendriehoek, klok (analoog en digitaal), thermometer, weegschaal, …
Multimediamateriaal Audiovisuele toestellen, fototoestel, casettere-corder, dvd-speler, …
Muziekinstrumenten Trommels, fluiten, …
Planningsmateriaal Schoolagenda, kalender, dagindeling, …
Schrijfgerief Potlood, pen, …
Tekengerief Stiften, kleurpotloden, verf, penselen, …
Atlas, globe, kaarten, kompas, passer, tweetalige alfabetische woordenlijst, zak-rekenmachine
Zwemmuts, turnzak, t-shirt

§ 2 Scherpe maximumfactuur

Het schoolbestuur kan echter een beperkte bijdrage vragen voor kosten die ze maakt om de eindtermen en de ontwikkelingsdoelen te verlevendigen. Dit gebeurt steeds na overleg met de schoolraad.

Het gaat over volgende bijdragen :

  • de toegangsprijs voor het zwembad, met uitzondering van de leerlingengroep waarvoor de toegangsprijs door de Vlaamse Gemeenschap wordt gedragen;
  • de toegangsprijs bij pedagogisch-didactische uitstappen;
  • de deelnamekosten bij eendaagse extra-murosactiviteiten;
  • de vervoerskosten bij pedagogisch-didactische uitstappen, eendaagse extra-murosactiviteiten en zwemmen, met uitzondering van de leerlingengroep waarvoor de vervoerkosten naar het zwembad door de Vlaamse Gemeenschap worden gedragen;
  • de aankoopprijs van turn- en zwemkledij;
  • de kosten voor occasionele activiteiten, projecten en feestactiviteiten.

Maximumbijdrage per schooljaar: Kleuter: 45 euro / Leerling lager onderwijs: 85 euro

§ 3 Minder scherpe maximumfactuur

Voor meerdaagse extra-murosactiviteiten kan enkel in de lagere school een bijdrage gevraagd worden. Dit gebeurt na overleg met de schoolraad.Deze bijdrage mag maximaal 435 euro bedragen voor de volledige schoolloopbaan lager onderwijs.De school organiseert voor bepaalde klassen meerdaagse activiteiten.

§ 4 Bijdrageregeling

De school kan volgende diensten en materialen aanbieden tegen betaling:

  • vervoer en deelname aan buitenschoolse activiteiten
  • buitenschoolse opvang
  • maaltijden en dranken
  • klasfoto’s

De ouders kiezen of ze hier gebruik van maken of niet.
De school gebruikt deze materialen/diensten niet in haar activiteiten en lessen.

De school zal een de kostprijs aanrekenen voor vervanging van opzettelijk beschadigen of verlies van materialen opgenomen in de lijst van artikel 7.

§ 5 Basisuitrusting

De school verwacht dat de leerlingen over volgende zaken beschikken. De basisuitrusting valt ten laste van de ouders.

  • Stevige boekentas
  • Pennenzak
  • Turnpantoffels + turnshort
  • Zwemgerief (exclusief de eerste badmuts)
  • Brooddoos, drinkbus en 10-uurtjesdoos in een lunchzak

§ 6 Betalingen

Ouders zijn, ongeacht hun burgerlijke staat, hoofdelijk gehouden tot het betalen van de schoolrekening. De school kan elke ouder afzonderlijk aanspreken voor het geheel van de schoolrekening. De school kan niet verplicht worden rekening te houden met overeenkomsten die ouders getroffen hebben of door de rechtbank werden bepaald over de kosten en de opvoeding van de kinderen. Die regelingen zijn immers niet tegenstelbaar aan derden, zoals de school. De school hoeft geen gesplitste facturen te maken. Als ouders het wensen, krijgen ze beiden een identieke schoolrekening. Beide ouders blijven elk het resterende bedrag verschuldigd, tot de rekening betaald is.

In het begin van elke maand krijgt u een factuur met een afrekening van de voorafgaande maand. De ouders voeren de betalingen uit via overschrijving.Wij verwachten van de ouders dat ze binnen de 8 dagen de factuur betalen.

U bent steeds welkom voor een gesprek bij de directeur indien er betalingsmoeilijkheden zijn. We zoeken samen een oplossing.

Ervaringsgerichte dialoog

Om het kiezen mogelijk te maken zijn er heel wat afspraken nodig binnen de klas. Die worden met de kinderen bepaald, vb. na probleem in het poppenhuis waarin 8 kinderen spelen, wordt er afgesproken om de hoek slechts voor 5 kinderen open te stellen. Soms bepaalt de leerkracht wat kan en niet kan: in dit geval spreken we van grenzen (vb. nodig voor de veiligheid in de klas, het goed functioneren van de werking…).

Vroeger werd bij het horen over ‘ervaringsgericht werken’ dikwijls ten onrechte gedacht aan een laissez-faire situatie. Dit is zeker niet het geval! Integendeel, kinderen leren door het verwoorden van gedachten en gevoelens, ook hoe het voor een ander is als iets verkeerd of moeilijk gaat. Ze zoeken daarbij mee naar oplossingen. Ze staan open voor kritiek en bepalen mee de afspraken, waardoor ze er ook over waken dat die nageleefd worden.

fundament : de ervaringsgerichtheid

Kinderen die zich vrij kunnen bewegen in een rijk aanbod van materialen en activiteiten, die aansluiten bij hun niveau en hun belangstelling, geraken uit zichzelf zeer betrokken op hun spel. De “creatieve processen” die dan opgang komen garanderen een optimale ontwikkeling.

Wanneer kinderen zich om een of andere reden niet zo goed voelen in de klas kan dit een sein betekenen op hun ontwikkeling. Vaak zal hun betrokkenheid hier trouwens ook onder lijden. De titularis heeft een brede waaier van mogelijkheden ter beschikking om kinderen door hun moeilijkheden te helpen. (en “bevrijdingsprocessen” mogelijk te maken): van een bemoedigend knipoog tot het doorverwijzen naar gespecialiseerde diensten…

Ons streefdoel is : de emancipatie. Hiermee bedoelen we dat de kinderen sociaal en emotioneel gezond kunnen functioneren, kritisch en creatief kunnen omgaan met hun omgeving.